Over het kopiëren van acts dacht ik altijd: maak je niet druk, het is toch niet te beschermen. Ook dacht ik: doe zo veel mogelijk de voor jou goede goochelaars na dan word je alleen maar beter. En welke goochelaar heeft er nu echt iets van zich zelf? Wij gebruiken bijna allemaal de technieken van een ander. Zo gebruikte ik in het verleden de technieken uit Bobo’s Coin Magic, de technieken van Michael Ammar, David Williams, Fred Kaps, Slydini, Richard Ross, Tommy Wonder en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Investeren in tijd en geld

Maar dat zijn allemaal technieken waar je niet buiten kan als goochelaar. Ze werden door bovenstaande goochelaars aangereikt via lezingen, lectures en dvd’s. Ik investeerde daar veel tijd en geld in. Wel probeerde ik die technieken altijd te verwerken in een totaal nieuw nummer met een mooi begin, een goed middenstuk en een verrassend plot tot slot. Die manier van werken zorgde ervoor dat er toch een totaal nieuwe act ontstond. Zo ontstond ook mijn act met de bel. Een goochelaar kijkt immers anders naar de dingen dan de gemiddelde Nederlander. Toen ik op de markt een koperen bel zag staan dacht ik meteen daar kun je een mooie beker van maken voor een mooie routine. Daarna begint het fantaseren. Eerst het handvat er af, klepel er uit en er blijft een beker over waaronder allerlei zaken kunnen verschijnen en verdwijnen. Als Je begint met een bel dan vind ik ook dat je moet eindigen met die bel. En op wonderbaarlijke wijze moet dan die bel weer geheel compleet op de tafel staan zonder dat mensen daar erg in hebben. En dat is in de totale routine goed gelukt. In feite ben ik dus de geestelijk eigenaar van dit hele creatieve proces. Ik heb niets verkocht, er geen lezing over gegeven. Ik heb het uitsluitend laten zien.

Bovenomschreven wijze van werken heeft er toe geleid dat ik in 1984 als eerste niet Engelsman The Zina Bennett Trophy won met een totaal nieuwe muntenroutine. De rode draad was tijd. Ik liet een ouderwets zakhorloge veranderen in munten en als plot veranderden de munten weer in het oude horloge. Dus ook weer met een mooi begin, een goed middenstuk en een verrassend plot. Dat creatieve proces is dus van mij. Ik heb daar heel hard aan gewerkt en veel in geïnvesteerd.

Omgekeerde wereld

Het investeren ging door en vele competities en enkele gala’s volgden. In Close up, Parlour en op het toneel. Mijn prijswinnende close up act uit 1990 en 1997 werd voor een groot deel gekopieerd door Steven Tucker. Ik wist niet wat ik zag toen de act in een wat andere vorm op zijn stand te koop lag. In de beschrijving staat wel vermeld: “naar een idee van Eddy Smit”. Toen hij echter een groot artikel in de Genii kreeg omtrent deze act, was er van naamsvermelding niets te bespeuren. Sterker nog, nadat ik mijn act vertoonde op een Engels congres moest ik in een Engels vakblad het volgende lezen. “De vertoonde act van Eddy Smit lijkt verdacht veel op de act van Steven Tucker”. Toen brak mijn klomp, maar ik besteedde daar verder geen aandacht aan. Maar nu ik jaren later de act van Steven terugvind op YouTube maak ik er toch maar eens melding van. Overigens mijn act was veel uitgebreider en volgens insiders veel beter. Maar goed, dat is aan de buitenstaanders om dat te beoordelen.

Wat is nu de moraal van dit verhaal? Heb je een goede act gemaakt? Publiceer het dan zo snel mogelijk. Dan kan je in een later stadium altijd aantonen dat je de geestelijk vader c.q. moeder bent.

Eddy Smit
3 februari 2017